Welke oplossingen zijn er mogelijk om met plezier aan het werk te blijven?
Veel mensen met hoofdpijn lopen vroeg of laat tegen problemen op hun werk aan. Sommige mensen kunnen helemaal niet meer werken,. Anderen moeten op zoek naar manieren waarop ze, wellicht aangepast, met plezier aan het werk kunnen blijven.
In grote lijnen zijn er drie ‘knoppen’ waaraan je kunt draaien: het werk, de omgeving en de persoon.
De oplossing is voor iedereen en in elke situatie anders. Je weet niet altijd van tevoren welke oplossing gaat werken. In overleg met de leidinggevende en eventueel (preventief) de bedrijfsarts en collega’s moet je oplossingen gaan uitproberen. Dit kost soms wel wat tijd (je kunt vaak niet na een maand al conclusies trekken), maar dat betaalt zich op lange termijn wel terug.
Het werk
- Zorg dat je werk past bij jouw kennis, vaardigheden en ambities: leg de lat niet te hoog, maar ook niet te laag.
- Is er binnen het team ruimte om taken anders te verdelen, zodat jij de meest passende taken kunt doen? Bijvoorbeeld minder deadlines, minder voor een groep staan.
- Wissel meetings af met taken die op je eigen tijd en tempo kunnen.
- Is er ruimte om je tijd en taken deels zelf in te delen? Bijvoorbeeld later beginnen, of eerder stoppen.
- Zorg voor regelmatige diensten. Werk als het kan deels thuis.
- Back-up afspraken: zorg dat een collega het van je overneemt als je er plotseling niet bent.
- Beperk reistijd.
De omgeving
- Steun van je collega’s en leidinggevende is belangrijk. Leg hen ook goed uit wat er aan de hand is en wat je nodig hebt.
- Heb je een werkruimte die ‘triggerproof’ is of gemaakt kan worden? Een rustige ruimte, of noice-cancelling oortjes of koptelefoon gebruiken, het juiste licht etc.
- Werk gedeeltelijk thuis.
- Vraag naar een rustruimte waar je je even kunt terugtrekken of even kunt liggen bij het innemen van medicatie. (Bijvoorbeeld een kolfruimte)
- Zorg dat je een ergonomische werkplek hebt.
- Neem voldoende pauzes en eetmomenten.
Jijzelf
- Erken (de gevolgen van) jouw aandoening.
- Communiceer over jouw aandoening en geef aan wat je nodig hebt.
- Leg de lat niet te hoog.
- Maak afspraken met de leidinggevende over ziekmelden en andere gevolgen van je aandoening.
- Ken jezelf en je grenzen.