Hemicrania continua
Bij dit zeldzame hoofdpijnsyndroom is er geen sprake van aanvallen, maar van hoofdpijn die continu aanwezig is. Daarin verschilt hemicrania continua dus van de andere TAC’s. Het is een hardnekkige hoofdpijn aan één kant van het hoofd die nooit helemaal weggaat. Het heeft dezelfde symptomen als clusterhoofdpijn en paroxysmale hemicrania. Net als bij de andere TAC’s is de oorzaak van hemicrania continua niet bekend. Ook is niet duidelijk of er een genetische component aanwezig is. Mogelijk speelt overprikkeling van de vijfde hersenzenuw een rol bij het ontstaan. De behandeling van hemicrania continua lijkt op die van paroxysmale hemicrania. Na de diagnose van een neuroloog zal dan ook een proefbehandeling met Indometacine worden gestart om hemicrania continua aan te tonen. Als je dit middel niet goed verdraagt, kunnen celecoxib of etoricoxib mogelijk uitkomst bieden.
SUNCT en SUNA
SUNCT staat voor ‘Short-lasting Unilateral Neuralgiform headache attacks with Conjunctival infection and Tearing’. Het is een kortdurende, hevige hoofdpijn aan één kant van het hoofd, die gepaard gaat met een rood, tranend oog. In sommige gevallen van SUNCT is er geen sprake van een rood of tranend oog, maar van andere symptomen in het gezicht. Dan wordt de aandoening SUNA genoemd (Short-lasting Unilateral Neuralgiform headache attacks with cranial Autonomic symptoms).
Bij SUNCT/SUNA komt de hoofdpijn in aanvallen van scherpe steken die meteen op de piek zijn en vaak niet langer duren dan een paar seconden tot minuten. Daarna trekken de hevige steken weer weg. Het aantal aanvallen kan variëren van 3 tot 200 per dag. Meestal komen de aanvallen een aantal dagen of zelfs maanden achter elkaar voor, om daarna plotseling weer een tijd te verdwijnen.
Kenmerkend voor SUNCT is dat deze hoofdpijnaanvallen met name overdag voorkomen en niet gedurende de nacht, zoals vaak het geval is bij clusterhoofdpijn. SUNCT/SUNA begint vaak rond het 50ste levensjaar en komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen (zelden bij kinderen). De oorzaak is niet bekend. Het lijkt erop dat overprikkeling van de trigeminuszenuw een belangrijke rol speelt. Evenals de hypothalamus.
Omdat SUNCT/SUNA-aanvallen zo kort duren, is het lastig ze te bestrijden. Immers; tegen de tijd dat je de pijnstiller hebt geslikt, is de pijn alweer weggezakt. SUNCT/SUNA-patiënten zijn dan ook aangewezen op preventieve behandelingen. Bijvoorbeeld met anti-epilepsiemiddelen zoals carbamazepine, gabapentine, lamotrigine, pregabaline en topiramaat.